donderdag 8 juni 2023 - Fronleichnam

8 juni 2023 - Hopferau, Duitsland

Na een goede nachtrust besluit ik om een rondje Weissensee te gaan lopen. Het stadsdeel Weissensee waar wij ‘wonen’, grenst aan het gelijknamige meer en op de kaart die ik gisteren nog net voor sluitingstijd bij de VVV in Füssen bemachtigd heb, zie ik dat er een voetpad rondom het meer loopt. Voor een goed begrip: deze Weissensee is niet het meer waar ’s winters een alternatieve elfstedentocht wordt geschaatst. Dus, mocht ik je op een idee gebracht hebben: koop dan geen treinkaartje naar de Weissensee bij Füssen, maar naar die in Karinthië, rechtsonder in Oostenrijk, 330 km hier verderop.
‘Mijn’ Weissensee ligt er vanochtend schitterend bij. Zonnetje erop en geen wind. Voor Hans is dit een brug te ver, dus we hebben afgesproken elkaar op een bepaald punt te ontmoeten, als ik het meer driekwart rond ben.
Het is heerlijk wandelweer en in alles lijkt het veel op het rondje langs de St. Moritzersee (juni 2017). Een enkele zwemmer waagt het erop en glijdt in het water. En paar vissers beproeven hun geluk. En af en toe kom ik een wandelaar tegen.
Aan de zuidkant van het meer rijzen de rotsen steil op. Het pad is hier niet meer geschikt voor buggy’s en rollators. Er is zelfs een stukje bij, wat als een galerij tegen de bergwand zit aangeplakt: in 1952/53 heeft men deze met financiële hulp van de VVV en regelmatig terugkerende gasten gebouwd. Over het ijs is het bouwmateriaal met sleden aangevoerd en daardoor kan ik nu mijn rondje maken. Het pad gaat verder op en neer, over rotsen en boomwortels, maar is nergens echt tricky. Onderweg heb ik op een bankje nog een gesprek met een echte Bayer, over de saluutschoten, die af en toe klinken en doordaveren tot en terug-echoën van de bergen in de verte. Het is Fronleichnam, Sacramentsdag, waarop in de instelling va  de eucharistie gevierd wordt. En reken maar dat dat een feestdag is, hier in het RK-Bayern. Een processie trekt van hot naar her en onderweg wordt er telkens onder een baldakijn iets gerommeld, waarop drie keer achter elkaar het kanon afgeschoten wordt, of de carbidbus, whatever. Als ik het meer half rond ben, en op weg naar het afgesproken ontmoetingspunt, stuit ik op twee verkeersregelaars: fietsers moeten van het pad af, maar wandelaars mogen verder. Ze vertellen met dat een eind verderop de processie voorttrekt, maar ze zijn al op de terugweg, dus ik zal er geen last van hebben.
Nou, dat is te vroeg gejuicht, want na een paar honderd meter sluit ik aan bij de stoet in klederdracht. Voorop de loopt de kapel, met daarachter het Mariabeeld en daarachter de pastoor onder een baldakijn. Dan volgt het voetvolk: groot en klein in klederdracht, zo leuk. Een paar jongemannen torsen een in beiers-blauw geringde paal met embleem bovenaan.
Wat moet ik doen, en belangrijker nog: wat mag ik doen: meesjokken met de stoet of ze voorzichtig allemaal inhalen? Ik vraag het voor de zekerheid na: nee, er voorbij lopen is geen probleem, ik verstoor niks heiligs. Maar zo gemakkelijk gaat dat niet. Ik strand zo’n beetje in het midden. De stoet loopt verder onder het aanhoren van allerlei liturgische formules, waarop zij telkens hardop antwoorden met iets wat ik helaas alweer vergeten ben. Gelukkig houden ze al snel halt bij het kerkje voor een volgend gegoochel onder het baldakijn en komt er volop ruimte om voorbij te gaan.
Maar ik blijf toch maar even staan om wat foto’s te maken (nee, geen commentaar s.v.p.: ik ben lang de enige niet!) en als de stoet rechtsaf slaat, zie ik vanuit de tegenoverliggende richting Hans aan komen wandelen en dan lopen we samen terug naar ‘huis’. De Gaia-app zegt dat ik een rondje van 10,4 km heb gemaakt.
’s Middags nemen we eerst onze rust en later rijden we nog een rondje door de omgeving, onder andere door Pfronten (juli 1997), maar het roept na 26 jaar niet veel herkenning meer op. Misschien een andere keer nog maar eens proberen en er wat meer tijd voor nemen.
Via Hopfen aan de -jawel- Hopfensee (ijskoffie met Schwarzwälder Kirschtorte), belanden we in Brunnen aan de Forggensee en daar gaan we lekker eten. Speciaal aanbevolen is vandaag de Tiroler Gröstl. Maar omdat het een reisverslag is en geen culinair verslag, verklap ik even niet wat dat precies is, alleen dat het heerlijk was.
En nu, op het balkon, hoor ik dat het overal in de omgeving nogal onweert. De lucht voorspelde al weinig goeds, maar bij ons is het droog en zonnig. ‘Wij hebben nergens last van’ (intern VanPelt woordgrapje/binnenpretje)

Ps: Niet alleen de foto’s geupload, maar ook twee video’s

Foto’s